Een intacte huid biedt bescherming tegen infecties. Doordat de huid tijdens het piercen wordt beschadigd, neemt de kans op infecties toe. Daarnaast kun je tijdens het piercen besmet raken met bloedoverdraagbare ziekten, zoals hepatitis B of C of hiv, als naalden of andere materialen niet goed schoon zijn. Om infecties te voorkomen, is een goede hygiëne tijdens het piercen dus onmisbaar.

Houd in de gaten of je piercer hygiënisch werkt. Let hierbij in ieder geval op het volgende:

  • de ruimte waar de piercing gezet wordt, is schoon. Er zijn in ieder geval geen bloedvlekken van een vorige klant zichtbaar
  • de piercer wast of desinfecteert zijn/haar handen voordat hij/zij alle materialen klaar zet
  • voordat de piercing wordt gezet, wordt je huid gedesinfecteerd (pas ná het scheren)
  • de piercingnaald, het sieraad en enkele andere materialen voor het piercen, komen uit een steriele verpakking en worden niet met de blote handen aangeraakt. Na het piercen wordt de naald weggegooid
  • direct na het openen van de steriele verpakkingen trekt de piercer schone handschoenen aan. Direct daarna begint hij/zij met piercen